Wetgeving ZZP'ers
Wetgeving werken als zzp psychiater of zzp GZ-psycholoog
(laatste update 23 juli 2024)
-
In het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet is afgesproken dat men verder gaat met de Wet VBAR. Demissionair Minister van Gennip heeft op de valreep nog een aangepast voorstel gestuurd naar de Raad van State. Het wetsvoorstel VBAR beoogt de relevante jurisprudentie te verduidelijken en een wettelijk toetsingskader te bieden;
-
De wet VBAR is echter 'slechts' in de fase van concept wetsvoorstel en zal pas op zijn vroegst (!) 2026 ingaan;
-
Vanaf 1 januari 2025 vervalt het handhavingsmoratorium en zal de Belastingdienst gaan handhaven op schijnzelfstandigheid;
-
De Belastingdienst zal vanaf dat moment in haar correctie niet verder teruggaan dan 1 januari 2025;
-
Het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad biedt op dit moment het afwegingskader om te bepalen of een opdracht als zzp'er mag worden uitgevoerd.
Het arrest bepaalt dat alle omstandigheden in hun onderling verband moeten worden bezien om te komen tot een oordeel over de arbeidsrelatie; er is geen algemeen principe af te leiden uit het arrest. Wél tellen organisatorische inbedding en materieel gezag zwaar; -
Eén van de elementen die de Hoge Raad noemt (en een contra-indicatie vormt voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst) is ''of de werkende zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen''. Denk hierbij aan het lopen van commercieel risico, het verwerven van een reputatie, acquisitie, vervangbaarheid, onderhandelingskracht (tariefstelling o.a.) en het aantal opdrachtgevers (en duur) voor wie hij werkt of heeft gewerkt;
-
Opmerkelijk is dat de Belastingdienst op dit moment bij bedrijfsbezoeken zich niet lijkt te baseren op het Deliveroo-arrest (als zijnde geldend recht) maar een eigen beoordelingskader hanteert. De vraag is of dit juridisch houdbaar is;
-
Ons inziens blijft er voor hoog-tarief zzp’ers ruimte om een opdracht buiten dienstbetrekking te doen, mits je je in de praktijk houdt aan de kaders genoemd in het Deliveroo-arrest en je werk maakt van je ondernemerschap;
-
Bij inlenende organisaties zit de schrik er wel in of men nog wel zzp'ers kan inhuren vanaf 2025. De Belastingdienst die bij bedrijfsbezoeken sterk de nadruk legde op het inbeddingscriterium maar ook de onrust die het wetsvoorstel VBAR geeft is daar debet aan. Dit terwijl de wet VBAR op zijn vroegst pas in 2026 ingaat (als deze er überhaupt al komt). Vooral van belang voor 2025: het Deliveroo-arrest kent ''geen scherp onderscheidend begrip" toe aan het inbeddingscriterium maar kijkt holistisch.
-
Belangrijk dus om je als zzp'er én opdrachtgever op de aanstaande handhaving voor te bereiden;
-
De Hoge Raad zal zich nog gaan buigen over een vraag van het gerechtshof Amsterdam in de Uber-zaak, om verduidelijking te bieden n.a.v. het Deliveroo-arrest over de rol van het ondernemerschap bij het beoordelen van een arbeidsrelatie. De vraag betreft of het gaat om ondernemerschap binnen de opdracht of om ondernemerschap in bredere zin, d.w.z. ondernemerschap van de persoon. De uitspraak kan dus nog van belang gaan worden, ook voor het wetsvoorstel VBAR. Naar verwachting zal de uitspraak zijn op 31 juli a.s.;
-
Zoals eerder bekend gemaakt gaat het ‘Fiscaal kader ZZP Zorg’ er zeer waarschijnlijk niet komen. De Belastingdienst noemt het kader 'onuitvoerbaar' en de BoZ (brancheorganisaties in de zorg) trok zich terug;
-
De BoZ zet zich momenteel volop in om haar leden te informeren over het tegengaan van schijnzelfstandigheid en het beperken van fiscale risico’s bij de inhuur van zzp’ers;
-
De modelovereenkomsten zullen worden uitgefaseerd.
Deliveroo-arrest: geldend recht
Het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad biedt op dit moment het afwegingskader om te bepalen of een opdracht als zzp'er mag worden uitgevoerd. De Hoge Raad geeft een niet-uitputtende lijst van omstandigheden die in hun onderling verband moeten worden bezien om te komen tot een oordeel over de arbeidsrelatie; er is geen algemeen principe af te leiden uit het arrest. Wél tellen organisatorische inbedding en materieel gezag zwaar.
Lijst van omstandigheden die van belang kunnen zijn:
- de aard en duur van de werkzaamheden;
- de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
- de inbedding van het werk en van degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
- het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
- de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen is tot stand gekomen;
- de wijze waarop de beloning (prijs, tarief) wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
- de hoogte van deze beloningen.
- (ondernemerscriteria) de vraag of degene die de werkzaamheden verricht
--> daarbij commercieel risico loopt.
--> zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld
- bij het verwerven van een reputatie
- bij acquisitie
- wat betreft fiscale behandeling
- het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt
- de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.
Belastingdienst hanteert afwijkend beoordelingskader
Recent is op basis van een WOO-verzoek de 'Handleiding bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken Wet DBA' openbaar gemaakt.
Daaruit blijkt dat de Belastingdienst op dit moment bij bedrijfsbezoeken voor de toetsing op potentiële schijnzelfstandigheid een eigen beoordelingskader hanteert en zich niet baseert op het Deliveroo-arrest. Dat is mogelijk juridisch onhoudbaar omdat het dus afwijkt van de criteria die de Hoge Raad heeft benoemd.
Vervolgens gebruikt de Belastingdienst de webmodule voor een verdere toetsing. De webmodule sluit echter (ook) niet aan bij het Deliveroo-arrest omdat de laatste versie daarvan dateert van vóór het arrest en daarop nog niet is aangepast.
De volgende criteria worden door de Belastingdienst gebruikt in haar eigen beoordelingskader:
- Geschiedenis
- Leiding en toezicht
- Vergelijking met personeel
- Werktijden, locatie,hulpmiddelen
- Presentatie naar buiten
- Beloning (grens van € 75?)
- Vrije vervanging.
Opmerkelijk is verder dat zowel de Belastingdienst als het Ministerie van Financien voor de toetsing van de eigen zzp-inhuur ieder hun eigen afwegingskader gebruiken. De vraag is waarom bij bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken een veel uitgebreider afwegingskader wordt gehanteerd dan de kaders die voor de eigen inhuur gelden.
Correctie niet verder terug dan 1 januari 2025
De Belastingdienst gaat handhaven op schijnzelfstandigheid per 1 januari 2025 maar zal in haar correctie niet verder teruggaan dan 1 januari 2025 omdat de voorliggende periode onder het handhavingsmoratorium viel.
Wetsvoorstel Wet VBAR
In het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet is afgesproken dat men verder gaat met de Wet VBAR. Demissionaire Minister van Gennip heeft op de valreep nog een aangepast voorstel gestuurd naar de Raad van State. Het wetsvoorstel VBAR beoogt de relevante jurisprudentie te verduidelijken en een wettelijk toetsingskader te bieden.
Het beginpunt is zowel criteria voor 'werknemerschap' als criteria die wijzen op 'zelfstandigheid' maar dan wel bínnen de opdracht. Het ondernemerschap van de persoon speelt een ondergeschikte rol.
Bij werknemerschap gaat het dan om werkinhoudelijke aansturing en om 'inbedding' (o.a. doe je hetzelfde werk als collega's in loondienst). Bij zelfstandigheid binnen de opdracht gaat het o.a. om of je specifieke expertise inbrengt waar die niet structureel is en de duur van de opdracht.
Alleen wanneer 'werknemerschap' en 'zelfstandigheid' gelijk worden gewogen kijkt men naar het ondernemerschap van de persoon: heb je meerdere opdrachtgevers, eigen acquisitie, duur van de opdracht, etc.
In het voorstel zijn de eerdere elementen A (werkinhoudelijke aansturing) en B (organisatorische inbedding) samengevoegd tot één element W (werknemerschap).
Belangrijk te noemen is dat het element “kernactiviteiten” is vervallen als indicatie bij 'werknemerschap'. Deze aanpassingen komen tegemoet aan de kritiek en geven naar verwachting meer zwaarte aan het werken als zelfstandige.
De vraag is uiteraard wat minister van Hijum (NSC) gaat doen. Hij zal in zowel de Tweede als in de Eerste Kamer een meerderheid moeten vinden voor de wet. Vooral de VVD en ook BBB hebben grote moeite met het wetsvoorstel: voor hen is het ondernemerschap van de persoon belangrijk. Dit geldt ook voor de werkgeversorganisaties en belangenbehartigers van zzp'ers.
Hoe bereid je je als zzp'er voor op 2025?
Het handhavingsmoratorium vervalt per 2025 en vanaf dat moment zal de Belastingdienst gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Belangrijk dus om je als zzp'er én opdrachtgever op de aanstaande handhaving voor te bereiden.
Bij constatering van schijnzelfstandigheid in 2025 kan de Belastingdienst overgaan tot naheffingen en boetes. Uiteraard wil je dat voorkomen en aan de 'veilige kant' blijven Maar hoe doe je dat?
Belangrijk is om jezelf in verhouding tot de opdracht goed te toetsen op de criteria die zijn benoemd in het Deliveroo-arrest.
In onze opvatting zijn voor hoog-tarief zzp'ers de volgende elementen van belang (ook op basis van latere rechterlijke uitspraken) om een indicatie van schijnzelfstandigheid te voorkomen:
- zorg voor een omschrijving in de overeenkomst die wijst op een 'opdracht': naast het 'tijdelijk ondersteunen van de organisatie op (bijvoorbeeld) medisch-psychiatrisch vlak', ook bijvoorbeeld de afdeling helpen een professioneringsslag te maken, etc.;
- de duur van de opdracht daaraan relateren;
- het naar naar eigen inzicht en zonder toezicht of leiding van Opdrachtgever verrichten van de overeengekomen werkzaamheden;
- zorg voor onderhandelingskracht/ gelijkwaardigheid in de opdrachtrelatie wat betreft tariefstelling, werktijden, locatie, online kunnen werken?
- het zelf opstellen van de overeenkomst van opdracht;
- neem altijd het element 'vrije vervanging' (je mag je vrij laten vervangen) op in de Overeenkomst van Opdracht;
- bouwen aan je expertise: deze inbrengen op een plek waar die niet structureel aanwezig is is een knock-out wat betreft het inbeddingscriterium;
- vermijd zoveel mogelijk inbedding, van het werk maar ook van jou als werkende;
- geschiedenis: was je eerder bij je opdrachtgever in dienst dan geeft dat risico;
- niet meer dan 70% van je omzet in één jaar bij één opdrachtgever;
- het hebben van meerdere opdrachtgevers binnen een jaar;
- gedrag als ondernemer: bouwen aan reputatie, (eigen) acquisitie, LI-profiel, eigen visitekaartjes, website (?), etc.
- je presentatie bínnen de opdracht (denk aan eigen laptop, e-mailadres ''...(je naam).externe@..(naam instelling).nl;
- let op: ‘wezen gaat voor schijn’, de praktijk weegt zwaarder weegt dan de afspraken die op papier zijn gemaakt.
Fiscaal kader ZZP Zorg komt er niet
Zoals eerder bekend gemaakt gaat het ‘Fiscaal kader ZZP Zorg’ er zeer waarschijnlijk niet komen. De Belastingdienst noemt het kader 'onuitvoerbaar' en de BoZ (brancheorganisaties in de zorg) trok zich daardoor terug.
De Belastingdienst lijkt dus niets te zien in aparte sectorale afspraken voor de zorg. Reden is dat Fiscale wet- en regelgeving voor iedereen gelijk is en het niet mogelijk is veldspecifieke afspraken te maken.
Uitfasering Modelovereenkomsten
De modelovereenkomsten zullen worden uitgefaseerd. Reden is vooral dat niet de afspraken vooraf maar de feiten en omstandigheden in de praktijk bepalend zijn voor de beoordeling.
Uber-zaak
Het gerechtshof Amsterdam besliste in oktober 2023 in deze zaak prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen (naar aanleiding van het Deliveroo-arrest) over de rol van het ‘ondernemerschap’ bij het beoordelen van een arbeidsrelatie). De vraag betreft of het gaat om ondernemerschap binnen de opdracht of dat het gaat om ondernemerschap in bredere zin, d.w.z. ondernemerschap van de persoon. De uitspraak kan dus nog van belang gaan worden, ook voor het wetsvoorstel VBAR. Naar verwachting zal de uitspraak zijn op 31 juli a.s.
BoZ aan de leden: bereid je voor
Vanwege het naderende einde van het handhavingsmoratorium per 2025 zet BoZ zich nu volop in om haar leden te informeren over het tegengaan van schijnzelfstandigheid en het beperken van fiscale risico’s bij de inhuur van zzp’ers.
Het gaat er dan o.a. om om een zzp'er die opteert voor een opdracht te bevragen of 'hij zich in het economisch verkeer gedraagt als ondernemer'.
Vragen kunnen zijn: voor hoeveel opdrachtgevers werkt hij of heeft hij gewerkt, pleegt hij acquisitie?, loopt hij debiteurenrisico?, hoe is de fiscale behandeling?, voor welke duur verbindt of verbond hij zich aan een enkele opdracht?, verwerft hij reputatie?, etc..
Hoewel dit lijkt te conflicteren met de privacy van de zzp'er heeft de opdrachtgever hierin een bovenliggend belang.
Samenvattend
Het arbeidsrecht is (nu al) dwingend recht. Vanaf 2025 vervalt het handhavingsmoratorium. Het is van belang je daar nu al op voor te bereiden. Als contra-indicaties van een loondienstverband gelden onder andere: ondernemerschap, gelijkwaardigheid in de opdrachtrelatie en het brengen van expertise waarover de opdrachtgever niet beschikt.
De ontwikkelingen rond de aanpak van schijnzelfstandigheid gaan hard; we posten hier regelmatig de laatste ontwikkelingen dus houd onze website zeker in de gaten.
Bron: o.a. Rijksoverheid, ZiPconomy, ZorgVisie, KvK