Wetgeving werken als zzp psychiater of zzp GZ-psycholoog

Vervanging Wet DBA

Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werkt hard aan het terugdringen van flex en de vervanging van de wet DBA.
Het doel van het Kabinet is een betere balans op de arbeidsmarkt en duidelijkere regels rondom werken met zelfstandigen. Het gaat hierbij om drie sporen:

  • Meer duidelijkheid bieden over de beoordeling van de arbeidsrelatie;
  • Verschillen in fiscale en sociale zekerheid tussen werknemers en werkgevers verkleinen;
  • Handhaving op schijnzelfstandigheid intensiveren.

Bij de beoordeling van de arbeidsrelatie geeft de minister
(3 april 2023) aan dat zij de open norm ‘werken in dienst van’ (gezag) uit het Burgerlijk Wetboek wil gaan verduidelijken. Hoofdelementen hierin zijn ‘materiële ondergeschiktheid’ (toezicht, instructies), ‘organisatorische inbedding van het werk’ en de contra-indicatie van een arbeidsovereenkomst (‘zelfstandig ondernemerschap’).
Een Tweede (hoofdlijnen)brief van Minister van Gennip volgt uiterlijk deze zomer. Het wetsvoorstel moet uiterlijk in 2025 ingaan.

Wet DBA – hoe zat het ook alweer?

Binnen een arbeidsrelatie zijn er grofweg 2 smaken: je werkt binnen een individuele arbeidsrelatie als zelfstandige (dus buiten dienstbetrekking) óf als werknemer.
Als zelfstandige werk je voor eigen rekening en risico t.b.v. een opdrachtgever en hoef je geen loonbelasting te betalen.
De Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) gaat over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Een belangrijk criterium om te bepalen of een opdracht buiten dienstbetrekking kan worden gedaan is de notie 'materieel gezag'. 

Inbedding

Nieuw is dat het Kabinet wil dat organisaties geen zzp’ers meer kunnen inzetten in werk dat als ‘organisatorisch ingebed’ gezien kan worden c.q. als werk wat anderen in loondienst ook doen.
Wanneer het werk én degene die de werkzaamheden verricht is ingebed in de organisatie en de bedrijfsvoering, dan zou dat werk in beginsel alleen als werknemer kunnen worden gedaan.
De Hoge Raad oordeelt echter iets anders (zie verder).

Ténzij echt ondernemer

Het kabinet wil echter een uitzondering voor echte ondernemers. Wie voldoet aan een aantal criteria (zgn. contra-indicaties) voor zelfstandig ondernemerschap kan toch ‘ingebed’ werken.
Criteria zouden dan onder andere zijn een fors hogere beloning of het hebben van een specifieke expertise. Deze criteria en ook de definitie van ‘inbedding’ moeten nog worden uitgewerkt in overleg met sociale partners, experts en stakeholders. Denk hierbij aan de Nederlandse ggz, Actiz, ZorgthuisNL en VGN. 

Minder fiscale voordelen en een verplichte zzp-aov

Als onderdeel van een ‘gelijker speelveld’ tussen werknemer en zzp’er wordt de zelfstandigenaftrek versneld afgebouwd. Per dit jaar werd de fiscale oudedagsreserve (FOR) afgeschaft.
Verder komt er een wettelijk verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (AOV), maar deze zal op zijn vroegst vanaf 2027 beschikbaar zijn. 
De AOV voor zelfstandigen (alle IB-ondernemers) is een afspraak uit het pensioenakkoord en onderdeel van het regeerakkoord. Zelfstandigen met een BV vallen buiten de verplichting.
De AOV kent een wachttijd van 1 jaar; zelfstandigen dienen dan dit eerste jaar bij inkomensverlies zelf te overbruggen.
Mogelijk komt er (op later datum) een opt-out-mogelijkheid waarbij je de keuze krijgt om in plaats van deze verplichte AOV een private verzekering af te sluiten.

Uitspraak Hoge Raad in Deliveroo-zaak

De Hoge Raad heeft vrijdag 24 maart j.l. in de Deliveroo-zaak aangegeven dat het de taak van het kabinet is om meer duidelijkheid te geven over schijnzelfstandigheid.
Door de polder werd lang uitgezien naar de uitspraak van de Hoge Raad, maar deze komt dus bewust níet met extra duidelijkheid over de kwalificatie van arbeidsrelaties. Volgens de Hoge Raad is dat de taak van de wetgever.
Uit de Deliveroo uitspraak blijkt dat de Hoge Raad 'inbedding van werk' weliswaar als een relevante omstandigheid ziet, maar niet als doorslaggevend. 

Alle feiten en omstandigheden samen van belang

De Hoge Raad houdt de uitspraken in een eerdere zaak overeind. In deze zaak oordeelde de Hoge Raad dat alle feiten en omstandigheden in onderling verband van belang zijn bij de beoordeling van een arbeidsrelatie.
De Hoge Raad benoemde in het arrest een niet-uitputtende lijst van omstandigheden, waarbij zij de inbedding van het werk en van degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie/ bedrijfsvoering als criterium opvoert. Organisatorische inbedding van de werknemer als die van de werkzaamheden kunnen indicatoren zijn van een arbeidsovereenkomst. 
Van belang is op te merken dat de 'bedoeling van partijen om geen arbeidsovereenkomst aan te gaan' vooral gewicht heeft wanneer in de praktijk daadwerkelijk buiten gezag wordt gewerkt door de zelfstandige.
Als nieuwe omstandigheid bij de beoordeling van een arbeidsrelatie benoemt de Hoge Raad verder of degene die de werkzaamheden verricht, zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt. Denk aan acquisitie, fiscale behandeling, reputatie, aantal opdrachtgevers en de duur van opdrachten. 

Intensivering handhaving op schijnzelfstandigheid

De Belastingdienst intensiveert de handhaving op schijnzelfstandigheid. Wanneer de Belastingdienst dan schijnzelfstandigheid constateert (en er geen sprake is van kwaadwillendheid), zal deze eerst een aanwijzing geven waarbij opdrachtgever en zzp'er de kans krijgen om de samenwerking binnen redelijke termijn anders in te vullen.

Modelovereenkomsten

Op dit moment zijn de huidige modelovereenkomsten nog steeds te gebruiken voor het vastleggen van de arbeidsrelatie wanneer men beoogt buiten gezag te werken. In de overeenkomst kan men onderlinge afspraken duidelijk vastleggen. Verder dienen de overeenkomsten om gezondheidsrechtelijke plichten aan opdrachtgever en zzp'er te regelen, zoals in het kader van de Wkkgz.
De geldigheidsduur van de modelovereenkomsten is 5 jaar. Er geldt wel een voorbehoud van wijzigingen in wet- en regelgeving en jurisprudentie óók binnen deze termijn van 5 jaar.
Van belang op te merken is dat de criteria die de Belastingdienst hanteert voor ondernemerschap niet worden gevolgd door de Hoge Raad. Iemand kan dus volgens de wet een arbeidsovereenkomst hebben maar voor de fiscus ondernemer zijn. 
De Modelovereenkomsten van de Belastingdienst zijn derhalve geen middel om een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet te voorkomen.

Letten (dus) op zelfstandigheid

Organisatorische inbedding en materieel gezag kennen toenemend belang bij de beoordeling of een opdracht buiten dienstbetrekking kan worden gedaan.
Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van opdrachtgever en opdrachtnemer ervoor te zorgen dat zowel de praktijk van het werk als zzp'er maar ook de Overeenkomst van Opdracht niet te veel ‘arbeidsovereenkomst-achtige’ bepalingen bevat.
Aangezien je als zzp'er werkzaamheden verricht die anderen in loondienst ook doen lijkt het ons aan te bevelen terughoudend te zijn met voortdurend verlengen van een opdracht en bijvoorbeeld het doen van crisisdiensten (ANW-diensten) een eigen keuze te laten zijn.
Kortom bepaal bewust de maximale duur van de opdracht, de afhankelijkheid van één enkele opdrachtgever en de aansprakelijkheid voor (de kwaliteit van) de verleende zorg. 

Wij denken dat een goed advies is om:

  • een maximale duur van een jaar (een half jaar met maximaal eenmalig verlengen met een half jaar) aan te houden voor een opdracht;
  • maximaal 70% bij één opdrachtgever;
  • tenminste 3 opdrachtgevers per jaar.


N.B.: waar gesproken wordt over zzp psychiater of zzp GZ-psycholoog, bedoelen we uiteraard ook zzp verpleegkundig specialist, zzp orthopedagoog generalist, zzp klinisch psycholoog en overige professionals.

Bron: Belastingdienst, Holla Advocaten, ZiPconomy


Terug naar overzicht